Een relaas over de tramlijn Sneek-Bolsward die na jarenlang de NTM te hebben gediend, nog tot 1968 als NS-goederentramlijn in exploitatie is gebleven.
Op 8 augustus 1882 werd door de Nederlandsche Tramweg
Maatschappij (NTM) de lijn Sneek-Bolsward geopend. Sneek
kreeg dus al een tramverbinding voor de spoorlijn Leeuwarden-Sneek
een jaar later werd geopend. Het eerste trammaterieel werd dan
ook via de weg en het water door de stad gezeuld naar het
tramstation. Later in 1886 werd de tramlijn doorgetrokken naar Joure-Heerenveen
en vanuit Bolsward via Arum naar Harlingen.
Op de lijn spanden de vierkantje Henschel-tramlocjes
(de 'stoofjes' in de volksmond) zich in voor goederen- en
reizigerstrams. In Sneek bestond
aanvankelijk geen aansluiting op de spoorlijn. Deze aansluiting
werd in het begin van deze eeuw wenselijk geacht omdat de NTM dan
ook spoorgoederenwagens over haar lijn kon doorvoeren. Zodoende
werd in 1921 een verbindingsboog met een straal van 70°
aangelegd tussen het NTM-tramstation en het NS-emplacement van Sneek. Nadat langs de tramlijn
enkele binnen profiel staande bomen waren gekapt en de baan was
verzwaard ontstond er genoeg ruimte om spoorgoederenwagens
richting Bolsward te vervoeren. De NTM
gebruikte hiervoor een aantal koppelwagens
(waarvan nog een exemplaar bij de SHM
in Hoorn te zien is), waarmee de goederenwagens achter de tram
werden gehangen. De doorvoer van spoorgoederenwagens vertoonde
een stijgende lijn waardoor er zelfs extra ritten werden gereden.
Met name de melkfabrieken
in Sneek en Bolsward
waren grote verladers. 'Hollandia' in Bolsward
kende een eigen emplacementje, en de KNM-melkfabriek aan de
Harste in Sneek was met een kopspoortje
op de lijn aangesloten.
Daarnaast werden wagons kolen, kunstmest en landbouwprodukten
doorgevoerd.
Over de personendienst valt nog te melden dat er in 1927/1928 zelfs enige tijd een doorgaande tramtrein Bolsward- Sneek- Leeuwarden heeft gereden. Hiervoor gebruikte de NTM haar nieuwe motorwagens van de serie M1-M7. De Talent was dus zeker niet het eerste 'light-rail'voertuig tussen Leeuwarden en Sneek ! Tussen 1928 en 1934 werd de motortram vervangen door een stoomtram, getrokken door een 'grote Henschel'. Deze deed 44 minuten over de 22 kilometer spoorlijn Sneek-Leeuwarden, waarbij dan wel 7 keer werd gestopt onderweg! De spoorwegstaking vanaf 17 september 1944 zorgde er voor dat de 9 trams per dag tussen Bolsward en Sneek ook niet meer reden. De lijn kwam echter vrijwel ongeschonden uit de oorlog (de Bolswarder Blauwpoortsbrug was wel opgeblazen) en op 22 mei 1945 reden er de eerste trams al weer tussen Blw en Sk. Tot aan de laatste dag van de personendienst (5 oktober 1947) reed de NTM nog twee keer daags tussen de beide steden, waarbij de motor- en stoomtrams in gemengd bedrijf reden. Het goederenvervoer (dat met name voor de 'Hollandia'melkfabriek in Bolsward nog van groot belang was) zou door de NS worden voortgezet, weliswaar met dieseltractie.
De NS nam voor de exploitatie ook een aantal
NTM-personeelsleden over. Tussen 1948 en 1959 werden de door de
NS overgenomen goederentramlijnen voorzien van zwaardere
railstaven NP46 en deze werden gelegd op houten en betonnen
lokaaldwarsliggers. Bovendien kwam de baan nu volledig in een
ballastbed van grind en zand te liggen. Het inhaalspoor bij Ysbrechtum en het NTM-emplacement in Sneek aan de Bolswarderweg vervielen hierbij
ook.
De tractie voor de
convooien werd vanaf toen gevormd door een locomotor uit de serie
200/300, beter bekend als 'Sik'. Doordat in de lijn enkele zeer
krappe bogen voorkwamen, ondermeer bij het dorp Ysbrechtum, was de lijn verboden
gebied voor de 450'ers, de Hippels
(NS 500/600) of draaistellocomotieven serie 2200 en 2400. Per 1
oktober 1949 besloot de NS de exploitatie weer aan de NTM op te
dragen, waarmee de toestand weer werd omgekeerd; de NS verzorgde
nu het goederenvervoer in opdracht van de NTM. Zo reed de
NTM-machinist Kunst weer de dagelijkse ritjes naar Bolsward Hollandia. Naar mate meer
NTM-personeel gepensioneerd werd verviel langzamerhand de
noodzaak om de tramlijnen, waaronder Sneek-Bolsward, bij de NTM in eigendom te
laten. Op 24 december 1958 gaf de
Minister van Verkeer & Waterstaat toestemming om de lijn Sneek-Bolsward
weer aan de NS over te dragen. Vanaf die datum waren het
voornamelijk locomotorbestuurder Zijlstra en 4 vaste rangeerders
uit Sneek die de goederentrams reden. De
Sikken (met name de vaste Sneeker Sikken 249, 259 en 286) konden
in Sneek niet meer in de halfronde
locloods worden gestald. Deze loods was reeds jarenlang verhuurd
aan een brandstoffenhandel en aan Calvé. Naast de loods werd daarom
een golfplaten loodsje gebouwd waarin 1 Sik gestald kon worden.
Deze moest hiertoe zelfs nog gebruik maken van de oude
(handbediende) draaischijf. De overige locomotoren overnachten
buiten op het emplacement. Het NTM-emplacement aan de
Bolswarderweg in Sneek werd zoals vermeld
in 1947 gesaneerd.
Het stationsgebouw annex
locloods en de rijtuigloods staan er echter vandaag nog steeds.
Na tot 1985 (evenals de in 1992 afgebroken Bolswarder loods) als
busremise te hebben gediend is er nu een kringloopwinkel
gevestigd. Het oude NTM-station van Bolsward
herbergt al vele jaren een garagebedrijf.
Met uitzondering van de passages door Sneek,
Ysbrechtum, Nijland
en Bolsward lag de lijn 'op vrije
baan' in de berm van de oude Rijksweg Sneek-Bolsward.
Hier kon de Sik nog wel
wat snelheid maken, waarbij de gewonnen tijd dan werd gebruikt
voor een extra lange koffiepauze bij 'Hollandia'. Dat er ook wel
eens te snel werd gereden werd duidelijk toen een locomotor de al
eerder genoemde krappe boog bij Ysbrechtum
indook, het spoor bijster raakte en midden op de weg tot
stilstand kwam. Deze boog leverde ook grote problemen op bij
zware beladen trams vanuit Bolsward.
De Sik kon dan met moeite 10 gesloten wagens door de boog
wringen. Was de tram langer (regelmatig zo'n
20 wagens) dan werden de resterende wagens op de lijn afgekoppeld
en moesten die in een tweede ritje worden opgehaald. De lieve
dorpsjeugd koppelde dan wel eens stiekem de achterste wagen af
wat dan pas bij aankomst in Sneek werd
opgemerkt zodat er nog een ritje gemaakt moest worden. Ook in Sneek had het locomotorpersoneel wel eens
wat met de jeugd te stellen. Aan zijn lunchpauze toe zette een
locomotorbestuurder de Sik met twee wagens bij de spoorweghaven
op het goederenemplacement. Bij deze haven stond een hijskraantje
en u snapt het al de jeugd maakte de haak van de kraan vast aan
de laatste wagen. Toen de Sik na de pauze wegreed rolde de
hijskabel tot het einde toe af. Vervolgens een harde klap, het
rangeerdeel stond stil en de twee wagens stonden naast het spoor.
De kraan was zwaar verbogen en meteen rijp voor de sloop.
Alhoewel de lijn alleen nog werd gebruikt voor goederenvervoer
is er toch nog een keer reizigersvervoer geweest. Op 27 mei 1959
reed de NS-directie per NS-directiemotorrijtuig NS20 'Kameel'
naar Sneek. Van Sneek
naar Bolsward reed men in het oude
salonrijtuig van Koningin Emma, dat achter de reguliere
goederentram werd gekoppeld. Een foto van die bijzondere
inspectierit, waarbij alleen de tractieopzichter uit Leeuwarden
goed genoeg scheen om de Sik te bedienen, vindt u bij dit
artikel.
Verder heeft de
burgemeester van Bolsward in 1967 nog
eens een ritje per losse Sik door zijn stad gemaakt om vanaf het
stadhuis de verderop gelegen koffiebar 'De Sik' in stijl te
openen.
Het goederenvervoer liep steeds verder terug en in de jaren
zestig werd nog maar één rit per dag naar Bolsward gereden. Het sterk groeiende
wegverkeer maakte bovendien de passage van de Bolswarder
binnenstad steeds moeizamer. Regelmatig was er overlast
van binnen profiel geparkeerde auto's, waarbij het opsporen van
de eigenaar een tijdrovende bezigheid kon zijn en soms was er wat
blikschade.
Om ook kostbare spoorvernieuwingen te voorkomen werd besloten om
de lijn in 1968 op te heffen.
Op 28 juni 1968 reed de laatste goederentram onder zeer grote belangstelling weg bij de Bolswarder 'Hollandiafabriek'. 13 bij Hollandia beladen wagens en 4 lege wagens en een Dg (goederentreinbegeleidingswagen) voor de genodigden, maakte het noodzakelijk dat er 2 Sikken voor de tram kwamen. Naast de Sneeker NS 259 kwam de NS 223 met de tractieopzichter speciaal uit Leeuwarden over. Voorzien van spandoeken, vlaggen en kransen deed de tram 3 kwartier over de slechts enkele honderden meters tussen de fabriek en het Bolswarder stadhuis waar de nodige toespraken werden gehouden. Het gemeentebestuur hing de Bolswarder stadsvlag op de Sik. Deze vlag heeft nog jaren als herinnering in het station van Sneek gehangen. De laatste wagen was voorzien van het opschrift; "Dag vogels, dag bloemen, dag Sik" met een knipoog naar de toenmalige populaire TV-serie 'Pipo de Clown'. Op straat stonden grote drommen mensen de tram toe te juichen en de bemanning van de tram kreeg al rijdende en fluitende taarten, flessen en sigaren aangeboden. Een waardig afscheid van een tram die evenzeer bij Bolsward hoorde als het fraaie raadhuis.
Nadien werd begonnen met de afbraak van de ruim 10 kilometer lange verbinding. In 1969 kon men zodoende nog regelmatig een Sikje met enkele open wagens op de lijn aantreffen. De vrij gekomen grond werd gebruikt voor de wenselijke wegverbreding. Tussen Nijland en Bolsward werd rond 1991 een fietspad over het oude tracé aangelegd. Achter Nijland (Trye Dyken) werd de brug in het fietspad op de landhoofden van de voormalige trambrug gebouwd.
Dit artikel verscheen eerder in juni 1998 in het Fries Modelbaan Bulletin, het verenigingsblad van de Friese Modelspoor Club in Leeuwarden.
Met toestemming gepubliceerd : © Wim Hoekema, Sneek
Dit artikel was ook te vinden op de website van de FRIESE MODELBAAN CLUB