HET LOCAALTREINMATERIEEL VAN DE H.Y.S.M.

door J. J. KARSKENS
IV

tekening

Fig. 9 en 10: exterieur en indeling van BDP nos, 1070 en 1071; schaal resp. 1 à 100 en 1 à 75.

  Volgno. 29, 30, 31, 40 en 41. Toen in het jaar 1905 de lijnen van de Noord-Friesche Locaalspoorwegmaatschappij bij de H.S.M. in exploitatie kwamen. werd het rollend materieel in het park van de H.S.M. opgenomen. Dit omvatte, wat het personenmaterieel aangaat, de rijtuigen (H.S.M.-nummers) B 1060-1069, BDP 1070 en 1071, C 1072-1096, D 3001 en 3002 en de DP nos. 3003-3005.
  De D nos. 3001 en 3002 buiten beschouwing latende, omdat deze, althans in de H.S.M.-tijd, niet te vinden is in de samenstelling van locaaltreinen op de N.F.L.S., valt in het algemeen van het N.F.L.S.-materieel te vermelden, dat het groter afmetingen had van het tot dan toe bij de H.S.M. bestaande. De lengte over de buffers bedroeg 12.85 m, de radstand 7.50 m, de grootste uitwendige breedte van de bak 3.10 m en de hoogte 3.59 m. Alle deze rijtuigen hadden aan elk kopeinde een bordes. Zij waren voorzien van gasverlichting, stoomverwarming en Wh-rem; de BDP en de DP hadden ook een handrem. De gasverlichting was veel royaler dan bij het andere materieel gebruikelijk was. Elke coupé had een eigen lamp. Bij de C's, welke 5 hele en aan elk kopeinde een halve coupé hadden, was de lamp van de halve coupé in de kopwand ingelaten om zo tevens het bordes te verlichten. Bij de andere voertuigen had elk bordes een eigen lamp.
  Het gemiddelde gewicht bedroeg 16 ton.
  De B-rijtuigen 1060-1069 hadden 4 hele en 2 halve coupé's, deze laatste grensden aan de kopwanden. In de middendoorloop vormden 2 draaideuren 1½, 2 en 1½ coupe. Het aantal plaatsen be-
droeg 8 per hele en 4 per halve coupé.
  De BDP 1070 en 1071 bevatten 2 coupé's voor 8, onderscheidenlijk 7 personen, een postafdeling met zijgang en een bagageafdeling met tafel en zitplaats voor de conducteur en een kast. Zowel de post- als de bagage-afdeling hadden in elke zijwand dubbele smalle draaideuren, welke iets insprongen.
  Figuur 9 stelt een BDP voor en figuur 10 geeft de indeling weer.
  De C nos. 1072-1096 hadden 5 hele en 2 halve coupé's. Evenals bij de B's waren in de kopwanden grote vensters aangebracht. Aan de ene zijde van de middendoorloop bevonden zich banken voor 3, aan de andere zijde voor 2 personen. Per coupé dus 10 en 5 personen, in totaal 60.
  In plaats van 3 kleine zijvensters per coupé in elke zijwand hadden deze rijtuigen 2 grotere zijvensters, beide met een zakraam. Dit was volgens een moderner opvatting, welke bij de latere locaalrijtuigen ook werd toegepast.
  De DP nos. 3003-3005 hadden een postafdeling, gelijk aan die van de BDP. De bagage-afdeling was inwendig 5.71 m lang en 2.72 m. breed. Deze afdeling had een geheel afgeschoten ruimte met tafel en zitplaats voor de conducteur. De bagage-afdeling was behalve via de bordessen bereikbaar door een roldeur in elke zijwand.
  De postafdeling had eveneens 2 smalle dubbele draaideuren. De zijgang naast deze afdeling zette zich voort in een 0.6 m brede dwarsgang tussen postafdelingswand en kopwand om alzo via een
bordesdeur toegang te geven tot het bordes. Zowel bij de BDP als bij de DP bevond de kruk an de handrem zich aan het bordes aan de zijde van de laadruimte.
Uit Tramnieuws, 3e jaargang, nummer 10, juli 1948