|
In de tweede helft van de 19 de eeuw verdween het
isolement van de Friese plattelanders dankzij de aanleg
van een tramwegennet.
De eerste tram, tussen Dokkum en Veenwouden, werd nog
getrokken door een paard. Op andere trajecten reed een
stoomtram. |
|
In de Zuidwesthoek van Friesland reisden veel mensen
opde tramlijn Joure-Heerenveen. Er waren ook tramlijnen
tussen Joure en Bolsward en Joure en Lemmer.
In Lemmer sloot de tram aan op de boot.
Op het traject van Witmarsum naar Makkum kon men in een
paardetram stappen.
In 1886 werd de tramlijn tussen Joure en Sneek officieel
in gebruik genomen,
Er lagen toen al vele kilometers rails in Friesland.
Tussen Bolsward en Sneek op de route Joure - Heerenveen
was het tramverkeer enige jaren ervoor tot stand gekomen.
Daar was de bodem dan ook niet zo slap.
Mede dank zij het Corps Pontonniers kwam een geheel vrije
baan voor de tram toto stand tussen Sneek en Joure. |
|
De exploitatie van het tramwegennet was in handen van
de Nederlandsche Tramweg Maatschappij.
In de beginjaren haalde de tram een snelheid van niet
meer dan dertien kilometer per uur. Later werd de
snelheid opgevoerd tot 35 kilometer per uur.
Sneller vond de regering niet verantwoord voor een
twee-assige stoomlocomotief.
Na de Tweede Wereldoorlog is de tram geleidelijk uit het
straatbeeld verdwenen. |
|
De tramverbinding van de NTM uit Groningen, de zgn.
boottram, sloot aan op de stoombootdienst over de
Zuiderzee van Lemmer naar Amsterdam.
De dienst is vele jaren onderhoude door het schip 'Jan
Nieveen'. Vooral in de crisisjaren was deze verbinding
van groot belang voor mensen met een 'smalle beurs'. |
|
Het schip meerde aan in de toenmalige binnenhaven van
Lemmer, recht tegenover de aankomst van de tram.
Aan de straatzijde bevond zich een groot logement. |
|
Het straatbeeld van Bolsward in niet altijd zo druk
geweest.
Auto's, vrachtauto's en andersnelverkeer drukken hun
stempel op de binnenstad.
Toch kon het tot aan het einde van de jaren zestig
gebeuren dat een schril fluitende locomotor het centrum
van de stad doorkliefde. Deze ritten waren afkomstig van
de aan de rand van de oude stad gevestigde zuivelfabriek
van Hollandia. |
|
Aan het begin van de 20e eeuw werd Bolsward een
aantal malen per dag opgeschrikt door de stoomtram. In
die tijd onderhield de NTM een verbinding tussen Sneek en
Harlingen via Bolsward.
Aan de oostelijke rand van de oude stad, op de plaats van
het huidige busstation, bevond zich een remise en
werkplaats van de maatschappij. |
|
De aanwezigheid van moderne snelle verbindingen
zorgde ervoor dat het bezoek aan de veemarkten sterk
toenam.
De, zich op een aantal plaatsen langs de route,
ontwikkelende zuivelindustrie kreeg de beschikking over
een uitstekende afvoermogelijkheid voor het gereed
produkt.
Overal staan nog de sporen van deze eerste ontsluiting
van Friesland in de vorm van stations en aardebaan. |