Ongeval te Huis ter Heide uit de |
|
| Bergum. 14 Juni (1933). Gistermiddag had
bij het kruispunt te Huisterheide tusschen de tram uit
Drachten, die hier om half vijf passeert en een
cadaver-auto, die den Zomerweg uit Oostelijke richting
kwam een botsing plaats. Hoewel de auto ook zeer gehavend
werd, feitelijk moest de tram het onderspit delven. De bovenbouw der auto, die van alluminium vervaardigd is, werd bijna over de geheel lengte ter linkerzijde opengerukt, zoodat van de cadavers de koppen naar buiten staken. De auto stond nog op de wielen en bereikte, na gelost te zbn op eigen kracht de N.T.F. De locomotief van de tram lag dwars op de rails met de schoorsteen in den grond. De aanvolgende goederenwagen, welke geladen,was met listen eieren, was hoog over de locomotief geschoven en zweefde tusschen hemel en aarde. Van het volgend personenrijtuig was het voorbalcon geheel ingedrukt en onderscheidene ruiten gebroken. Op dit voorbalcon bevond zich een scholier, die er wonder boven wonder met de schrik afkwam. Trouwens bij dit ernstig tramongeluk zijn gelukkig geen dooden te betreuren en evenmin kwamen levensgevaarlijke gewonden voor De machinist van de tram, H. de Vries van Drachten, liep bij het deraillement een brandwonde aan een zijner beenen op. Hij werd ter plaatse door dokter Homstra verbonden. De chauffeur, I. Boersma van hier bekwam een hoofdwonde. Op medisch verzoek werd hij naar Leeuwarden vervoerd, doch kwam 's avond weer in zijne woning terug. Van de circa 170 trampassagiers bekwam niemand eenig letsel en deze werden spoedig per autobus verder vervoerd. Ook het verdere vervoer had per tram-autobus plaats, terwijl een goederenwagen, uit Veenwouden de lading van de gederailleerde |
overnam. Uit Drachten rukte een werkploeg aan, die dadelijk begon met ruim baan te maken. Het personenrijtuig werd naar het emplacement alhier getrokken. De goederenwagen werd terzijde van de baan gedeponeerd. De locomotief kwam heden nacht weer op de been en zoo was hedenmorgen de dienst volledig hersteld. De gehavende wagen wijst nog de plaats. Een groote menigte volks van.heinde en ver kwam een kijkje nemen bij dit tramongeluk. De directeur der Tramwegmaatschappij, de heer Biezeveld, merkten wij tevens bij de opruimingswerkzaamheden op. De politie en marechaussee had handen vol werk de verkeerswegen ter plaatse vrij te houden. Een politieman zag zich zelfs genoodzaakt van het blanke wapen gebruik te maken. Omtrent de oorzaak van het origeval werd ons het volgende, dat ons zeer aannemelijk voorkomt, medegedeeld: De Chauffeur van de cadaverauto zag, toen hij de trambaan zou kruisen en links den weg naar Bergum opslaan, een andere auto, die hij als komende van rechts den voorrang moest geven. Hiervoor had hij vaart geminderd. Plotseling hoorde hij de tram en sloeg de remmen geheel aan, doch hij bevond zich toen reeds op de baan en werd door de locomotief een twintigtal meters meegesleurd met voor auto en tram noodlottige gevolgen. |
|
|
De ravage 50
jaar geleden. |
|
